Archief van
Maand: augustus 2017

Jesaja 53

Jesaja 53

JESAJA 53 De lijdende knecht des Heren

Wie was de lijdende knecht des Heren?? Misschien koning Cyrus van Perzië die het volk Israël toestemming gaf terug te keren naar Jeruzalem. Of wellicht een grote profeet als Jeremia. In de tijd van het Nieuwe Testament wordt Jezus vereenzelvigd met de lijdende knecht. Kruis en opstanding roepen de herinnering op aan Jesaja 53. De knecht is een wortelscheut uit dorre aarde. Dat bepaalt de gebrekkige aard van zijn verschijning. Gewassen uit waterarme grond gedijen niet. De knecht is er zo maar. Een kansloze figuur. Eigenlijk een onmogelijk iemand. De knecht heeft een onaanzienlijke gedaante. Hij is verstoken van wat het leven in stand houdt, verlaten door God en mensen. De knecht is er om te lijden. Hij is de man van smarten. Verdriet beheerst zijn bestaan. Hij is bekend met ziekten. Hij ervaart fysieke onmacht. Aan wat voor ziekte leed de knecht? Misschien was hij melaats. Elk lijden roept de vraag op naar de zin van het leven. De knecht beseft ook niet welke plannen God heeft. De knecht draagt onze zonden. Deze zonden bezorgen hem de ondergang. De knecht draagt ook ons kwaad en ruimt het op. Nu kunnen vrede en genezing ons deel worden. De knecht werd veracht en verlaten door de mensen. Hij werd doorboord en verbrijzeld. De knecht geraakt in de greep van de dood. De knecht draagt onze ziekten en smarten. We weten allemaal wat ziekte en smart voor ons in houden. We voelen ons rot en alleen. Zo treedt de knecht in onze sporen. Door zijn striemen is er genezing voor ons. God doet onze schuld op hem neerkomen. Wij handelen altijd naar ons eigen hart. Daarvoor wordt de knecht vervolgd. Hij zwijgt. Hij is als een schaap dat naar de slacht wordt geleid. De knecht heeft het pad van de rechtszaak door God gewezen aanvaard. Dichtbij de food bekommert niemand zich meer om hem. De dood wordt een hyperbool van uitzichtloze ellende. Zijn dood staat in verband met de ontrouw van het volk. De knecht wordt tot in het graf miskend. Hij geeft zich over aan God. Lijden en dood impliceren verzoening voor het volk. God zorgt ervoor dat de knecht uiteindelijk de gerechtigheid vindt. De knecht doet in de dood afstand van het leven. Hij lijdt plaatsvervangend. Het brengt ons het kruis van Jezus in herinnering. Hij gaat sterven en voelt zich door God verlaten. Hij gaat dood en wordt begraven. Maar God wekt hem op uit de dood. De opstanding van Jezus is grondslag van onze hoop.