De strijd om God | Karen Armstrong

De strijd om God | Karen Armstrong

Alle wereldgodsdiensten leren dat spiritualiteit niets wordt als zij niet uitloopt op daadwerkelijke compassie.

De nadruk op het persoonlijk geloof zou er toe bijdragen dat de waarheid steeds subjectiever werd; een kenmerk van de moderne westerse mentaliteit tot de doop van het kapitalistische arbeidsethos. Calvijn droeg bij tot de doop van het opkomende kapitalistische arbeidsethos door arbeid een heilige roeping te noemen.

De moslims ervoeren de moderne wereld als een vreemde macht die hun land binnendrong en die nauw verbonden was met de kolonisatie en de buitenlandse overheersing.

Het Chassidisme was een echt conservatieve hervormingsbeweging. Zijn spiritualiteit was mythisch van aard.  Deze was gebaseerd op de vonken van het goddelijke licht die tijdens oercatastrofe in de materie gevangen waren geraakt. Een vonk van het goddelijke was in absoluut alles te vinden. Er was geen plaats waar God niet was. God was altijd aanwezig en beschikbaar en kon worden ervaren terwijl de chassidiem bezig waren met eten, drinken vrijen of zakendoen. De chassidiem ervoeren een heilige aanwezigheid in alles. Hij die de Thora bestudeert communiceert met God, want God en Thora zijn een.

Er is en leegte in de kern van de moderne cultuur. Pascal schrok vol angst terug voor de leegte van de kosmos. Descartes had het menselijk wezen beschouwd als de enige levende bewoner van een trage wereld. Hobbes had zich voorgesteld dat God terug trad uit de wereld en Nietsche had verklaard dat God dood was. De mensheid was haar richting kwijt en raasde af op een eindeloos niets.

Reacties zijn gesloten.