Voltooid leven

Voltooid leven

Het leven beschouw ik als een geschenk van God die de grond is van mijn bestaan. Voor dat geschenk draag ik verantwoordelijkheid. Mijn leven is niet zonder het leven van anderen dichtbij en ver weg. Het leven is afhankelijk van planning, keuzes, toeval. Gezondheid is een integraal onderdeel van het leven. In mijn opvoeding kan ik leren met gezondheid om te gaan. Niet alle mensen hebben evenveel geluk. Soms wordt het leven door pech beïnvloed. Voor een gelovig mens biedt God perspectief. Er is toekomst. Een mens wordt geroepen barmhartig, rechtvaardig en hoopvol te zijn. Je geeft een bepaalde invulling aan je leven. Dat leven kent beperkingen. Je weet en kunt niet alles. Je doet verkeerde keuzes. Je kunt slachtoffer worden. Je kunt moe worden van wat er in je leven gebeurt. Hobby’s, werkzaamheden, kunst, religie en omgang met anderen kunnen het leven opvrolijken. Je bent jong, je wordt ouder en tenslotte kom je in de nadagen van je leven. De geestelijke en lichamelijke gezondheid wordt minder. Een mens beseft dat hij eens zal sterven. De gelovige mens kan vasthouden aan Jezus in wie de barmhartigheid van God ons nabij gekomen is. Hetzij wij leven, hetzij wij sterven, onze verbondenheid met Jezus blijft. Dat geeft een zekere vertrouwdheid met het bestaan. De samenleving bemoeit zich vergaand met je leven. Studie, werk, rust en ontspanning. Je wordt met pensioen gestuurd. Artsen en ziekenhuizen staan klaar om je van kwalen af te helpen of ermee te leven. Het blijft niet optimaal. Ouderdom doet je wankelen. Niet alles kan en wil meer. Je beseft dat je leven voltooid raakt. Ik doe een keuze: zolang ik geestelijk nog redelijk in orde ben kies ik ervoor door te leven. Niet ontkend kan worden dat je uit het leven raakt. Je kinderen hebben hun eigen leven, vrienden vallen uit en sterven en je stelt vast dat het leven eenzamer wordt. Je behoeft hierin niet te berusten. Een mens is vindingrijk. Er vallen nog plezierige dingen te beleven: een vakantie, het lezen van een boek, het luisteren naar een cd, het kijken naar TV, bij iemand op bezoek gaan. Veel is afhankelijk van intieme relaties die je nog mag beleven. Je bent niet alleen. Maar ik besef dat veel medemensen het niet zo goed hebben als ik. Zij beleven het leven als een zware dobber. Toch kan ik mezelf voorstellen dat het leven afneemt. Je leeft op je zelf, geen partner meer, er telefoneert niemand meer, je kunt niet meer op bezoek, fietsen en autorijden worden onmogelijk, ik kan moeilijker lezen, de wereld raakt op afstand. Ik ben God dankbaar voor wat hij geschonken heeft. Maar ik zeg tegen God: het is welletjes geweest, ik ga nu liever slapen en word liever niet meer wakker. Er is vereenzaming die absoluut wordt. Ik wil het leven aan God teruggeven. Ik denk aan de pil van Drion. Ik ontmoette hem eens. Hij prees mij de hemel in wegens mij drugbeleid. Die pil zou ik willen slikken als ik denk dat het genoeg is geweest met mijn leven. Ik heb geen zin geestelijk in de war te moeten raken. Ondragelijke ziekten wil ik liever niet dragen. Ik blijf wel met God in gesprek. Ik wil de verantwoordelijkheid voor mijn leven zo lang mogelijk dragen. Maar ook dat raakt voltooid. Ik zou als Elia ten hemel worden opgenomen. Nu heb ik nog een partner, kinderen, vrienden. Er zijn nog mensen die op me wachten. Maar nogmaals er is het moment dat het voltooid is. Dan hoop ik op een humane wijze te mogen sterven en mijn leven in Gods hand te geven.

Reacties zijn gesloten.