Vrijwilligerscentrale Amstelland
Toespraak bij opening op 19 juni 2013 te Amstelveen.
Het is nog steeds wennen:de verzorgingsstaat raakt voorbij. In de afgelopen eeuw is veel energie geinvesteerd in de ontwikkeling van de verzorgingsstaat. Het is nu onherroepelijk.We hadden gedacht dat de staat ons zou vergezellen van wieg naar graf. Maar nu trekt de staat zich terug. De staat kan het niet meer betalen. De vraag is alleen of de beeindiging van de verzorgingsstaat het einde van ons welzijn inluidt. Mensen dromen nu van de participatie maatschappij. Deze maatschappij hangt aan de relatie tussen ik en jij. Martin Buber heeft daar behartenswaardige dingen over gezegd. Ik en jij communiceren met elkaar.Ik en jij kunnen leren dat wij met elkaar en voor elkaar zijn. Onze participatiemaatschappij wordt afhankelijk van onze relatie met elkaar.Zelf heb ik na mijn pensioen met vrienden een stichting opgericht.We willen geen overheidssubsidie. Een aantal vrienden betaalt en doet mee. Wij leren elkaar dat we pas echt mensen zijn door de aanwezigheid van de ander. Hoe ga je met elkaar om ?Door de ander gastvrij te bejegenen. Ik herinner me een Spanjaard met wie ik eens bij de toenmalige Hoogovens samenwerkte. We werkten op spoorwegwagons waar we ijzermateriaal moesten laden en lossen. We kenden slechts 5 gemeenschappelijke woorden waarmee we moesten volstaan. De samenwerking verliep subliem. We konden lachen en ons frustreren. Maar onze relatie ging niet kapot. We leerden zorg voor elkaar te koesteren en speelden geen baasje over elkaar. Onze samenleving moet zich verjongen en vernieuwen met hulp die we zelf organiseren. Het gaat om binding en verbinding.We hebben met elkaar te maken. Geen interventie van staatswege meer. Wij vieren hier vandaag de geboorte van een participatieproject. We zullen moeten streven naar een balans tussen principes en pragmatisme,tussen geweten en berekening. We zullen leven met orde en spontaniteit. Niet alles kan geordend worden. De mens heeft ook behoefte aan een beetje chaos en wil wel eens uit de band springen. Daarom zal een ja-cultuur ons behulpzaam zijn.De nieuwe organisatie zal ons helpen bij de relatie tussen ik en jij. De binding tussen beiden moet als verbinding gevoeld worden. Gezond verstand en solidariteit zullen de olieen worden in de nieuwe machine van hulpverlening. De nieuwe organisatie die we vandaag van de grond tillen maakt de koppeling mogelijk tussen enerzijds de nood,de hulpvraag en de behoefte van de ene mens en anderzijds wat de ander in de aanbieding heeft.Er zullen altijd gaten vallen. De overheid heeft haar eigen verantwoordelijkheid(medische zorg,uitkeringen etc)
Participatie maakt dat mensen zich onderdeel weten van de organisatie en zich betrokken voelen en verantwoordelijk. Dat brengt ook cultuurverandering tot stand.
Tenslotte:we begonnen met Buber: ik en jij. Het gaat om het zijn.Wat en hoe zijn wij met en voor elkaar.Het gaat niet langer om hebben,halen,krijgen.Dat is onze consumptiecultuur.Daar gaat onze wereld aan ten onder. Het initiatief van vandaag heeft toekomst:het gaat om zijn voor en met elkaar. Sterkte en wijsheid toegewenst
Eén gedachte over “ Vrijwilligerscentrale Amstelland”
Beste Hans,
Ik weet het niet.
Maar wat ik wel weet is dat ik heel dankbaar ben dat mijn broer Mart/ Marinus nu 4 keer per week vrijwilligerswerk mag doen in de Pauluskerk en dat zonder 1 cent subsidie. Zo is hij even uit de sfeer van zijn afdeling Dominicus bij Laurens Antonius. Een afdeling voor jong-dementerenden. We komen van ver, we zijn er nog absoluut niet maar o o o wat is het voor hem belangrijk koffie te mogen serveren aan “Jannemans” en consorten.
Vorige week werd ik door een hele lieve buurvrouw attent gemaakt op uw preek in het kerkje onderaan de dijk in Bruinisse dat ik vervolgens via een streamingsdienst heb gevolgd. Daniel 7.
En daarna kwam ik op uw website terecht met een schat aan informatie die mij wellicht helpt het zelf in de ander te leren zien en de juiste assertiviteit te betrachten in die niet aflatende beweging die het wonder kenmerkt.
Hartelijke groet,
Tom Hage
Bruinisse