Deel 1 Het pensioen
Het 77e levensjaar nader ik. We zijn thans 12 jaar met pensioen. Het werkzame leven vond ik boeiender dan het pensioen. Toch heb ik geprobeerd er iets van te maken. Zo heb ik tot afgelopen najaar met plezier de lessen filosofie bij de NAS geleid. We speelden nog Sinterklaas. De eetclub in de Pauluskerk heb ik beëindigd. Het was welletjes. Ook aan de bijeenkomsten van de sociokratiewerkgroep maakte ik een eind. Ik heb het vele jaren volgehouden maar kon er slecht tegen dat alleraardigste personen vertrokken. De SOS ging uiteindelijk falliet. We hebben het werk tbv de Somaliërs afgebouwd. We begonnen met trouwe leden van wie er te veel doodgingen. Met behulp van Arjan Verwey hield ik het nog een tijdje vol. Na 12 jaar heb ik de restanten van het werkzame leven voltooid. Mijn gezondheid bleef mij plagen: de knieën, het hart (gebrekkiger pompwerking) en de suiker. De kwalen werden niet erger maar brachten wel vermoeidheid met zich mee. Ik kon nog wel volhouden met de tekorten (de vreselijke plastabletten, periodieke incontinentie, penis is vaak met vakantie) maar erg leuk zijn de kwalen niet. Het preken neemt af..ik heb geen auto meer. Zo af en toe wordt er nog wel gepreekt. Ik vind dat erg fijn. Een aantal mensen bezoek ik nog met regelmaat. Ook onder hen vielen sommigen door de dood uit. Je eigen kwetsbaarheid neemt toe (moeheid,valpartijen). Met de familie kan ik redelijk goed contact onderhouden. We togen met regelmaat naar Brielle waar we te gast zijn bij Cris. Ons leeftijdsverschil is door de kwetsbaarheid van het bestaan meer problematisch geworden. Valpartijen achtervolgen mij. Ik kan nauwelijks opstaan. Dat maakt het bestaan moeilijker. Vorige week viel ik door rukwinden van mijn fiets. Voor het CS van Rotterdam, bijna 15 mensen hielpen mij op te staan. Gelukkig heb ik het gewenste reisprogramma voltooid. De laatste reizen naar Alaska en Vuurland werden tezamen met Theo gemaakt. In het geloof heb ik volhard. Dankzij de club Atomium (ging in 2018 ten onder) heb ik mee veel verdiept in de mogelijkheden en grenzen van het geloof. God die we uiteindelijk vonden in ons diepste zelf bleek de God te zijn die het immense heelal gemaakt heeft. God doet zich ontdekken en blijft gesprekspartner in het bestaan. Ik bid nog altijd. De kerk is op afstand geraakt. Mijn opvolger in de Pauluskerk begeerde geen contact met mij. Dat heeft geleid tot verwijdering van de kerk. Na 12 jaar pensioen maak ik me n u op voor de volgende 12 jaar. De dood zal meer aan de horizon komen. Ik ben niet levensmoe maar het bestaan wordt niet gemakkelijker. Contact met Indonesië onderhoud ik door maandelijks te bellen met mijn collega Hase Ruagadi. Hij nu 83 jaar. In mijn gebed gedenk ik immer de kerk van Centraal Sulawesi. Dat was de dierbaarste periode uit mijn leven. Ook daar zijn velen reeds overleden. In mijn gebeden zwerf ik nog door de landstreken en bergen van Sulawesi. Ik gedenk met vreugde mijn werkzaamheden in Rotterdam. De Pauluskerk is een icoon geworden. Ik koester veel dankbaarheid aan God voor deze geschonken tijd van 28 jaar in Rotterdam. Bij goed weer zit ik op mijn balkon en geniet van de vergezichten, de HEF, de Willemsbrug en Erasmusbrug, het Noordereiland, de schepen op de Maas. In het bestaan overheerst de rust. Het is eindelijk sabbath geworden in mijn bestaan. We kunnen nog boeken en tijdschriften lezen, TV kijken en het bestaan overdenken (wordt vervolgd).