Religieuze en niet religieuze fundamentalisten
Religieuze en niet religieuze fundamentalisten
Onder fundamentalisten treft men veel mensen aan die een religie aanhangen, maar tegenwoordig worden we ook geconfronteerd met de niet-religieuze fundamentalist. De fundamentalisten met een religieuze inslag vormen de overgrote meerderheid waarover deze lezing ook zal gaan.
Het is niet zo gemakkelijk om een definitie te geven van fundamentalisme. Fundamentalisten zijn mensen die consequent en trouw in de leer willen zijn. Ze hechten ook aan een handelen dat overeenkomt met de principes. Ze willen daar ook op worden aangesproken. De fundamentalist is vaak militant. Je kunt merken dat hij terugvecht, dat hij op leven en dood voor een bepaalde zaak vecht, dat hij vecht met anderen en ook tegen anderen. De religieuze fundamentalist meent dat God aan zijn zijde staat. De fundamentalist hecht niet zozeer aan hermeneutiek. De fundamentalist houdt ervan een tekst tijdloos, consequent, letterlijk te interpreteren. Hij meent te weten wat met een tekst van duizenden jaren geleden precies bedoeld is. Hij kent niet de aarzelingen van de mensen die de hermeneutiek bloedserieus nemen. Die weten namelijk hoe moeilijk het vaak is om een tekst uit een grijs verleden goed te kunnen uitleggen. Zij die de hermeneutiek beminnen, weten ook hoe moeilijk het is om teksten op een eigentijdse wijze te vertolken. Een fundamentalist past vaak geen bescheidenheid. Hij weet dingen die misschien helemaal niet geweten kunnen worden, maar voor hem is het een stelligheid en zekerheid.
Wij vangen aan met een korte behandeling van protestantse fundamentalisten zoals zij zich ontpopt hebben in de Verenigde Staten.
Protestantse fundamentalisten
De protestantse fundamentalist zet zijn leven in voor de fundamenten van het geloof in protestantse zin. Hij hecht aan de traditionele interpretaties van de Heilige Schrift. Hij zal de maagdelijke geboorte letterlijk interpreteren: alle wonderen en mirakels uit de bijbel zijn echt gebeurd. De bijbel wordt letterlijk genomen. Men hecht vaak aan een evangelicale uitleg. Fundamentalisten willen zielen winnen voor Christus die de absolute waarheid is. Men hecht ook aan de wedergeboorte, een mens moet vernieuwd worden. De protestantse fundamentalist meent dat hij gered is om nu ook ongelovigen te redden. Zij worden tot bekering geroepen. De bijbel is de absolute leidraad voor het leven. Fundamentalisten organiseren op een constructieve wijze hun oppositie tegen andere leringen. Ze zijn door de bank genomen goed georganiseerd en vervullen vaak een dominante rol in de media. Zij menen dat wat zij geloven door het verstand wordt bevestigd. Protestantse fundamentalisten tref je overwegend aan in verstedelijkte gebieden. Er is vaak een negatieve opvatting ten aanzien van de stad, die ervaren wordt als een plek van sociaal onheil, het stedelijk leven ondermijnt de gemeenschap van mensen. In de geloofsbeleving spelen hemel, hel en verdoemenis een belangrijke rol. Men ziet in de wereldgebeurtenissen graag een vervulling van profetieën. Soms zijn fundamentalisten antisemitisch waarbij de jood wordt afgeschilderd als een getuige van de antichrist. Tegelijkertijd kunnen fundamentalisten ook pro Israël zijn, zij zien in de staat Israël een vervulling van bijbelse profetieën. In de tijd van de Koude Oorlog waren protestantse fundamentalisten als McIntire ook fel anticommunistisch. De fundamentalisten rekenen zich tot de moral majority. Ze zijn tegenstanders van de evolutieleer. Het gebed op school moet worden gehandhaafd. Het gezin is de hoeksteen van de samenleving. Pornografie en homoseksualiteit worden verworpen. Men is absoluut tegenstander van abortus. Eigenlijk wenst men dat de staat gehoorzaam de kerk volgt. Protestantse fundamentalisten hebben in de Verenigde Staten grote invloed op de politiek. Presidentskandidaten houden ernstig rekening met hun invloeden.
Rooms-katholieke fundamentalisten
Een beroemde, beruchte rooms-katholieke fundamentalist was Lefebre, die op eigen gezag priesters inwijdde en zich met kracht verzette tegen het liberalisme, het communisme, het modernisme en het zionisme. Hij verzette zich met kracht tegen de vernieuwing van de rooms-katholieke kerk in de vorige eeuw. Een ander voorbeeld was De Pauw. Hij verzette zich met kracht tegen Vaticanum II. Hij was een fel tegenstander van Teilhard de Chardin. Volgens rooms-katholieke fundamentalisten is alles objectief. Zij willen niet horen van ervaring. Een mens ontvangt de absolute waarheid en dient daar voor uit te komen. Ook de rooms-katholieke fundamentalisten verzetten zich tegen homoseksualiteit en abortus. Ze denken heel exclusief en zijn dan ook altijd tegen de wereld. Ze verzetten zich tegen liturgische veranderingen binnen de kerk. In de kringen van de rooms-katholieke fundamentalisten is ook de beweging Opus Dei beroemd, berucht. Een aardig facet van deze beweging is dat leken hier een belangrijke rol spelen die geroepen worden om het leven te heiligen, maar door de bank genomen is Opus Dei rijkelijk conservatief. Ook de rooms-katholieke charismatische beweging heeft fundamentalistische trekken. De charismatische beweging is uiteraard vol van de geest. Mensen prefereren een vroom leven. Men vertoeft graag met gelijkgezinden.
De protestantse fundamentalisten in Zuid-Amerika
De protestantse fundamentalisten in Zuid-Amerika hebben de neiging om God gelijk te stellen met de overheid. Ze zijn fel anticommunistisch. Een voorbeeld van een protestantse fundamentalist in Zuid-Amerika was Rios Monti in Guatemala. Conservatieve protestantse fundamentalisten maken zich ook schuldig aan het schenden van mensenrechten. In hun landen treft men veel evangelisten aan uit de Verenigde Staten die beschikken over buitengewoon veel geld. Hun boodschap draait om: bijbel, bekering en het stichten van kerken. In de zending opereren zij altijd als de zogenaamde faith missions. De protestantse fundamentalisten verzetten tegen de bevrijdingstheologie. Zij beroepen zich vaak op het convenant van Lausanne uit 1974. Zij verzetten zich niet tegen het kapitalisme. Religie wordt sterk geprivatiseerd. De weerkomst van Jezus zal een eind maken aan het onrecht in de wereld. Romeinen 8 wordt op een bepaalde manier geïnterpreteerd in die zin dat er geen verzet wordt geboden tegen de bestaande orde. De protestantse fundamentalisten hebben in Zuid-Amerika veel succes gehad bij het oprichten van de zogenaamde pentecostal churches. Dat zijn vaak middenklasse kerken die omzien naar de armen. Ze zijn antikatholiek. Hoewel zij opkomen voor de lotgevallen van een arme kiezen zij toch niet voor politieke bevrijding. De bijbel bevat de volstrekte waarheid. Zij houden niet van theologische reflecties, want dat zou wellicht tot andere waarheden kunnen leiden.
Joods fundamentalisme
Onder de joden treft men de zogenaamd ultraorthodoxen aan. Zij zijn de fundamentalisten. De joodse fundamentalisten zijn vol van de boodschap uit Jesaja 66:5 en 6: Hoort het woord van de Here, gij die voor zijn woord beeft: Uw broeders die u haten, die u verstoten om mijns naams wil, zeggen: Dat de Here zijn heerlijkheid tone, opdat wij uw vreugde aanschouwen. Maar zij zelf zullen beschaamd staan. Er klinkt gedruis uit de stad! Het klinkt uit de tempel! De stem van de Here, die vergelding brengt over zijn vijanden! Dit soort bijbelverzen kan een geheel eigen leven gaan leiden. De joodse fundamentalisten verzetten zich tegen veranderingen en reformaties in het jodendom. Zij willen de oude regels handhaven. Zij willen de waarden van het joodse leven in tact houden: geen aanpassingen, geen syntheses. Zij verzetten zich tegen de moderne cultuur. De rabbi die Tsaddik is, is het intermediair met God. Hij leert je in de contemplatie God te ontmoeten. De joodse fundamentalisten beschouwen hun eigen cultuur als superieur. Zij verzetten zich tegen het seculaire Zionisme. Zij handhaven een strenge seksuele moraal. Zij houden van business, maar sluiten geen compromis met niet-orthodoxe joden. Zij ontwikkelen een anticultuur ten opzichte van de nieuwe Zionistische samenleving. Toch zijn er uit de fundamentalistische hoek politieke partijen voortgekomen, zoals de Shas. De Sefardische joden onder hen hadden in hun leven reeds langdurig geleefd onder niet-joden en veel business bedreven. Zij zijn wel in voor plichten en uitdagingen, maar blijven loyaal aan hun verleden. Er worden in hun kringen veel kinderen geboren waardoor deze groepen groeien in aantal. Er zijn onder de joodse fundamentalisten ook gewelddadige stromingen die wel een moskee willen opblazen. Zij hechten aan het grote Israël dat zich uitstrekt van Irak tot Egypte. Gush Emunim: men sluit geen vrede met de Arabieren; er is een absolute liefde voor Israël; iedereen moet opgevoed worden in de Thora; men begeert veel settlements; men gaat uit van een assertieve veiligheidsbeleving en God staat aan hun kant. Dat is hun overtuiging. Men wordt opgeroepen zoveel mogelijk naar Israël te emigreren. Men jubelt mee met de dichter van psalm 47: Alle gij volken, klapt in de handen, juicht Gode toe met jubelgeroep. Want de Here, de Allerhoogste, is geducht, een groot Koning over de ganse aarde. Hij brengt volken onder ons, natiën onder onze voeten. Hij kiest ons erfdeel voor ons uit, de trots van Jacob, die Hij liefheeft. Dit soort bijbelverzen wordt natuurlijk zeer nationalistisch, chauvinistisch geciteerd en beleefd. Religie is dan ook ten volle politiek.
Soennitisch fundamentalisme
De soennitische fundamentalisten deden van zich spreken bij de moord op de Egyptische president Sadat. De Egyptische soennitische fundamentalisten munten uit in de zorg voor hun armen. Zij roepen de mensen terug naar het pad van de ware islam. Het gaat om de allesomvattende koranboodschap. Men weigert beïnvloed te worden van buiten. De Wahhabisten in Saoedi-Arabië zijn ook een voorbeeld van soennitisch fundamentalisme. Het gaat om de Tahdid, de eenheid van God. De Islam staat voor. Het hele leven moet doortrokken worden van de islam. Opvallend is dat de Wahhabisten de moderne wereld accepteren en niet zozeer opereren als opposanten van moderne wetenschap en techniek, maar dat wel allemaal binnen het kader van de islam. Napoleon heeft tijdens zijn bewind in Egypte bepaalde ontwikkelingen op gang gebracht die voor de Islam van grote betekenis zijn. De soennitische fundamentalisten vinden dat geloof en verstand niet met elkaar in conflict mogen zijn. In Egypte werd de moslimbroederschap in 1928 opgericht. Het ging hierbij om de volstrekte gehoorzaamheid aan God, maar men wilde ook sociaal goed bezig zijn. Het was allemaal allesopvattend. Toen een soennitische fundamentalist een aanslag deed op de Egyptische president Nasser onderging de groep een ernstige terugslag, omdat Nasser buitengewoon populair was. De soennitische fundamentalisten hebben veel kritiek op het Westen, omdat westerlingen zeer materialistisch denken en pro Israël zijn. Soennitische fundamentalisten vertonen niet geheel hetzelfde beeld. Er zijn ook niet-revolutionaire stromingen die niet uit zijn op geweld. Sadat, bijvoorbeeld, was soepel ten aanzien van de broederschappen. Hij gaf hen de ruimte. Sadat was ook een voorstander van een moderne islamitische maatschappij. Na de moord op Sadat besloot Mubarak tot een opportunistische omgang met de verschillende groepen in Egypte. Soms steunt hij de moslimbroederschappen, maar gaat ook vaak tegen hen in, vooral wanneer geweld dreigt. Mubarak heeft ook wel eens de Kopten, de christenen in Egypte, een kop kleiner gemaakt, omdat hij niet de indruk wilde wekken dat hij hen voortrok. Dankzij dit opportunisme houdt Mubarak het ook lang uit in Egypte.
Het Shiitische fundamentalisme
Drie personen zijn voor Shiitisch fundamentalisten van groot belang: Abraham, de vader van alle gelovigen; de profeet Mohammed; en niet te vergeten Gomeini die eens in Iran de Sjah verdreef en aan de macht kwam. Volgens shiitische fundamentalisten bereikt God het ultieme doel met de vestiging van een islamstaat. Van belang is in deze de laatste imam. De shiitische fundamentalisten streven naar een zuivere islam. Zij proberen vreemde smetten te verwijderen. In onderscheid met de soennieten erkennen de shiiten Ali als opvolger van Mohammed. Er zijn dan twaalf imams na Ali aan het bewind. De twaalfde imam, Mahdi zal terugkeren. Het modernisme moet zeker niet vanuit het Westen geïmporteerd worden, maar moet gaan door de islamitische trechter. De geestelijkheid kent aan God grote invloed toe op het openbare leven. Met wapens kunnen regimes op basis van het ongeloof ten val worden gebracht uit de naam van Allah. Allah geeft de kracht en de wijsheid. Shiitische fundamentalisten onderstrepen het martelaarsschap, denk aan Kerbala in 680 toen Huseyin werd vermoord. Shiitische fundamentalisten zullen religie en politiek niet scheiden. Zij kennen perioden van ernstige gewelddadigheid, denk bijvoorbeeld aan de moord op de mariniers uit de Verenigde Staten in 1980. Shiiten zijn in bepaald opzicht geradicaliseerd door de staat Israël. In het nabije Oosten spelen zij een belangrijke rol in Iran, het zuiden van Irak en ten dele in Syrië en de Libanon.
Zuid-Oost Aziatisch fundamentalisme binnen de islam
In november 1989 komen fundamentalisten in Lahore voor een conferentie. Zij willen graag van Pakistan een islamstaat maken. Ook hier gaat het weer om de boodschap van volstrekte gehoorzaamheid aan Allah. Het gaat om de einde der aarde. Er zijn binnen deze fundamentalisten twee stromingen: er zijn er die een volstrekte islamstaat nastreven, maar er zijn ook groepen die meer morele en spirituele krachten willen mobiliseren. Zij zijn minder gepolitiseerd. Wij denken bijvoorbeeld aan de beweging van de Jamaaat-i-islami. Deze fundamentalisten zijn overwegend meer actief op politiek gebied dan op religieus intellectueel gebied. De politieke macht moet zoveel mogelijk in handen van gelovigen zijn. De islam impliceert een complete gedragscode voor het leven. Mawdudi stelde dat de islam superieur moet zijn over het totale leven. Het gaat om een theo-democratie.
Het hindoefundamentalisme
Het hindoefundamentalisme is ondermeer voortgekomen uit het conflict met de moslims in India. De hindoe-extremisten doen ook altijd een beroep op de interpretatie van teksten. Zij worden geleid door ideologische en nationalistische motieven. Het gaat om een hindoe-natie. Zij verwerpen alle vreemde invloeden van buiten. Mensen moeten worden opgeroepen om de hindoe-identiteit te erkennen. Geweld wordt niet geschuwd.
Het Sikhs fundamentalisme
Aan de ene kant zijn de Sikhs redelijk verdraagzaam: je mag elkaar niet op basis van religie discrimineren. Aan de andere kant zijn er ook groepen Sikhs die buitengewoon gewelddadig optreden. Zij verschansten zich in 1982 in de gouden tempel van Amritsa. Deze gouden tempel werd echter door het Indiase leger bestormd. De Sikhs hebben een afkeer van afgoden. Zij houden hun eigen heiligheid overeind. Een van hun leermeester is Bhindranwale, die wilde terugkeren naar de oude leer. De Sikhs introduceerden weer de baard en het zwaard. Er is in hun kringen vaak meer sprake van politiek passie dan van theologie. Het gaat veeleer om de vruchten van het geloof. Het gaat niet om orthodoxie, maar om orthopraxis.
Boeddhistisch fundamentalisme
Boeddhisten kennen geen autoriteit van heilige geschriften. Wij kennen ondermeer de Theravada traditie. Deze kent een gevoel voor mystieke ervaring. Er is verzet tegen slechte wensen die alleen maar geluk nastreven. Het gaat om de morele deugden, om sociale ethiek, om compassie. Men wil ook eigenlijk niet het geweld rechtvaardigen. Toch kan het soms heel gewelddadig worden, denk aan de strijd tussen de boeddhistische Sinhalezen op Sri Lanka en de hindoeïstische Tamils in het Noorden van Sri Lanka. De boeddhistische identiteit, die men wil herstellen, draagt een vrijwel ontologisch karakter. Ook hier is weer hunkering naar terugkeer, naar de oude leer. Er is soms wel kritiek op de moderniteit in een samenleving, bijvoorbeeld in Tailand. Soms is men ook tegen het geweld. Er is al sprake van een botsing van culturen. Ook zijn er conflicten met de overheden. Er is onder boeddhistische fundamentalisten behoefte aan een onafhankelijkheid. Ook hier is er een behoefte om in leer en daad zuiver te zijn.
Islamitisch fundamentalisme in Maleisië en Indonesië
In Indonesië kennen wij reeds de islamextremisten van de Darul Islam. Zij waren fel gekeerd tegen het koloniale bewind. Zij organiseerden een jihad om los te komen van de kolonisator. Zij begeerden geen seculair nationalisme zoals Soekarno. Zij weren westerse invloeden en zijn streng in de leer. Alles wat riekt naar westerse waarden wordt geweerd. Men wil niet dat vrouwen door kleding en door hun voorkomen seksueel opwinden. Daarom worden vrouwen vaak in het isolement gehouden. God wordt vooral tijdloos, universeel en onveranderlijk beleefd. De islamitische fundamentalisten in Indonesië keerden zich ook tegen de Pancasilistaat. Op het eiland Java vindt men nog altijd aanhangers van jihad. Er zijn inderdaad vrij grote groepen Indonesische fundamentalisten die echter qua aantallen weer in het niet vallen als je let op het aantal moderne moslims in Indonesië die de Panscasili ondersteunen. In de jaren ’50 en ’60 heeft er op het eiland Sulawesi een heftige strijd plaatsgevonden onder leiding van de fanatieke islamleider Kahrmuzakkar. In zijn gebied heb ik in de jaren ’70 rondgezworven. Hij was toen verslagen, maar ik ontmoette nog wel eens fundamentalistische islamieten die vrij onverdraagzaam waren ten opzichte van het christendom. Ik had ook veel last van alle vernielingen die hij had aangebracht: geen weg was er meer in orde, alle bruggen waren afgebroken en vernield. Het is tragisch dat in het huidige Centraal-Sulawesi opnieuw de moderne jihad is toegeslagen. Mensen van buiten hebben zich gevestigd onder de islamitische bevolking en voeren op gezette tijden zeer gewelddadige acties uit: het vermoorden van kerkgangers, het in brand steken van scholen, het vermoorden van kinderen, het doodschieten van een dominee op een preekstoel.
Confuciaans fundamantlisme
De goden zijn een integraal onderdeel van de wereld. De confuciaanse ethiek is kort maar krachtig: doe een ander niet wat je ook niet wil dat aan jou geschiedt. De confuciaanse fundamentalisten zijn van mening dat hun traditionele bronnen de westerse modernisatie zullen versnellen. De overheid draagt een verantwoordelijkheid voor het economisch welzijn en de familie is de basis van de solidariteit. Wie zo consequent leeft, is gehoorzaam aan de ware leer van Confucius.
Japans fundamentalisme
Het betreft hier voornamelijk de positie van het ultranationalisme, zoals wij dat hebben leren kennen in Japan in de aanloop tot de Tweede Wereldoorlog. Dit ultranationalisme heeft fascistische wortels. Japanners kennen de voorouderverering: de doden worden herdacht en geëerd. Er is een hang naar het verleden. Soms is er sprake van veel syncretisme. In het geloof is er geen plaats voor satan en hel. Het gaat om een eerbiediging van wat de ouderen ons geleerd hebben.
Het niet-religieuze fundamentalisme
In de wereld is religie nog steeds vanzelfsprekend. Alleen in Noord-Amerika, West-Europa, Australië en Nieuw-Zeeland zal men mensen vinden die zich atheïst noemen. Veel mensen die geen religie hebben, hangen een agnosticisme aan, zij weten niet of God bestaat en trekken geen eindconclusies. De agnost is per definitie niet fundamentalistisch. De atheïst die God volstrekt afwijst, loopt gevaar. De fundamentalistische atheïst komt in dezelfde valkuil terecht als de fundamentalistische gelovige. Zij gaan ervan uit dat zij zoveel met zekerheid weten en op grond daarvan kunnen denken en handelen. In het Oostblok tijden de Koude Oorlog werd godsdienst verworpen. Kerken werden gesloten. Religie was hoogstens een privé-zaak en mocht niet naar buiten worden uitgedragen. Het is opvallend met hoeveel kracht de kerken weer herrezen uit het as na de Koude Oorlog. De religie herstelde zich snel en de kerken liepen weer vol. Het meer filosofisch getinte atheïsme in het Westen is toch indringender gebleken. Het hangt ook samen met een proces van secularisatie. God is niet meer vanzelfsprekend. God hebben wij ook niet nodig om de wereld te verklaren. Bonhoeffer heeft op deze wijze religie kritisch aan de orde gesteld. Volgens hem moeten wij niet opgaan in het transcendente, God is daar waar mensen er voor elkaar zijn. Als wij spreken over God dan gaat het om Jezus die er is voor anderen. Toch kan het atheïsme ook heel onverdraagzaam worden. De gelovige wordt belachelijk gemaakt en niet langer serieus genomen. Religie wordt weggedrukt. Soms wil men een volstrekte scheiding van kerk en staat. Religie wordt geprivatiseerd en vervuld geen rol meer in de publieke ruimte. Er zijn mensen die dat met grote klem beweren en daar ook naar handelen. Zij beginnen zich te verzetten tegen gelovigen die zich organiseren binnen een school, binnen een partij of binnen een organisatie. Merkwaardig is vaak dat atheïsten, die het geloof van christenen en moslims afwijzen, ook uitgaan van een letterlijke interpretatie van de teksten uit heilige boeken. Zij proberen hierin inconsequenties aan te wijzen. Aan gelovige mensen wordt verweten dat zij aanstichters zijn van geweld om religieuze redenen. Opnieuw blijkt dan dat de context waarin religieuze teksten zijn opgenomen niet serieus wordt genomen. De heilige boeken worden dus ten diepste niet serieus genomen. Bijbelteksten worden bakstenen die men naar de ander werpt. Soms kan het atheïsme ook beledigend worden en mensen kwetsen. Religieuze fundamentalisten kunnen hetzelfde doen. Ook zij kunnen kwetsen, uiterst onverdraagzaam zijn en geweld in zetten. Het is dan onbegrijpelijk dat niet-religieuze fundamentalisten hetzelfde kunnen doen. Niet-religieuze fundamentalisten zweren bij het verstand. Het verstand is het tribunaal waar de gelovige voor gedaagd wordt om zich te verantwoorden. Er bestaat minder invoelingsvermogen ten opzichte van religieus belevenen religieuze ervaring. Opvallend is dat ondanks de secularisatie religie toch nog grote invloed heeft in een samenleving. Men is soms verbaasd over de sporen van religie in moderne literatuur. Wanneer men deze sporen van religie onderzoekt, stuit men ook vaak op hele ernstige misverstanden. Bijbelteksten zijn bijvoorbeeld uit hun verband gerukt en krijgen een interpretatie die soms ook nog eens bedacht is door een gelovige. Niet-religieuze fundamentalisten ademen soms ook een gigantische onverdraagzaamheid. Er bestaat nauwelijks meer respect voor de religieuze mens. Na de gebeurtenissen van 11 september moet vooral de islam het ontgelden. De niet-religieuze fundamentalisten proberen de islamitische fundamentalisten in de houdgreep te krijgen. De koran en ook de bijbel worden afgeschilderd als boeken waarin uit naam van God geweld wordt gepredikt. Verzuimd wordt te vermelden dat de teksten in de bijbel en de koran die daarover handelen in een bepaalde context staan. De joden hebben eeuwen lang de confrontatie gekend tussen hun God en alle omringende andere goden van andere volken. Dat was een strijd op leven en dood. In die wereld vereenzelfigde de God zich met een volk. In de koran wordt een strijd op leven en dood uitgevochten ten aanzien van het geloof in de ene waarachtige God. Het is een strijd tegen het Arabische polytheïsme, vele goden, vele geesten. De profeet Mohammed voelde zich geroepen om de belangen van die ene God te verdedigen. Ook in die situatie kan geweld optreden. Toch blijf ik van mening dat jodendom, christendom en islam in hun godsdiensten ook de geweldloosheid kennen. De persoon van Jezus heeft zelfs gezegd: “Vroeger is tegen u gezegd: oog om oog, tand om tand, maar Ik zeg u de vijand lief te hebben, het kwaad met het goede te vergelden.” Ook de profeet Mohammed is terughoudend in het geweld. Het bevel om niet te doden geldt in alle godsdiensten. De communicatie tussen de godsdiensten onderling, tussen de gelovigen en niet-gelovigen is in onze wereld niet optimaal. Wij leven weliswaar in een multiculturele samenleving maar wij kiezen nog niet voor de ontmoeting van de identiteiten. Wij willen nog niet door een ander worden aangesproken, door een ander worden uitgedaagd om ons eigen geloof kritisch te bezien en misschien op bepaalde punten zelfs te corrigeren. Allen willen handhaven wat ze reeds hebben. Moslims kunnen vaak niet begrijpen welke krachten er schuilen achter het materialisme in het Westen, welke krachten de seksuele moraal los doen raken uit een religieus verband. Zij begrijpen niet waarom er zo individualistisch gedacht wordt en de familie niet meer meetelt. Allen kunnen de verleiding niet weerstaan om op een zeker moment te denken dat God aan hun kant staat en dan zijn de rapen gaar. De niet-religieuze fundamentalisten gaan ook uit van een stellige zekerheid: God is een illusie, God bestaat niet. Ook zij kunnen buitengewoon onverdraagzaam en gewelddadig zijn. Want laten we wel wezen, wat de kolonisatoren hebben uitgericht in bijvoorbeeld de Arabische wereld is natuurlijk ongekend: gedenk de doden in Irak, zovelen, zovelen.
Zoals ik reeds boven heb ik aangegeven, zijn het de agnosten die wellicht meer in de richting komen van Dittrich Bonhoeffer. Zij kunnen het gesprek gaande houden. Laten we naar elkaar blijven luisteren, laten we er vooral voor elkaar willen zijn. Laten we er met elkaar willen zijn voor de wereld. Soms kan het gebeuren dat gelovige en niet-gelovige mensen elkaar raken, elkaar bemoedigen, elkaar steunen. Het kan zelfs zo zijn dat ze geleid worden door dezelfde geest. Dat is een ongekende verrassing. Gods geest is geen persoonlijk bezit dat mensen kunnen claimen. Uiteindelijk is God ontstaan in ons bewustzijn, het is een beslissing in ons brein geweest om in God te geloven, om iemand te erkennen die boven ons uitgaat. Dat betekent dat het geloof buitengewoon subjectief is. Daarom moeten we het ook altijd relativeren.
Ten slotte, er worden in onze tijd allerlei pogingen gedaan om het fundamentalisme te overwinnen. Gemakkelijk is dat niet. De auteur Tariq Ramadan doet in zijn boek ‘Westerse moslims en de toekomst van de islam’ een poging. De eerste les die wij uit de openbaring kunnen trekken, is dat wij niets kunnen zeggen van God wat hij niet van zichzelf gezegd heeft. Dat is een aanzienlijke restrictie. Er valt niet zomaar gemakkelijk te zeggen: God zegt dit of God zegt dat. Wat God van zichzelf gezegd heeft in de openbaring vinden wij terug in de bijbel en de koran en dat vraagt om een buitengewoon zorgvuldige uitleg waarin nooit zekerheid kan worden verschaft. De tweede les van de openbaring luidt dat de mens wordt uitgenodigd tot een diepgaande studie van zijn eigen innerlijk. God zoeken en de behoefte aan hem voelen, kan voortkomen uit de onontkoombare introspectie die van ieder mens vereist wordt. Tariq Ramadan zegt ook dat de koran het woord van God is dat geopenbaard is over een periode van 23 jaar geopenbaarde woord. Het is een tekst die op een gegeven moment in de geschiedenis is geopenbaard onder bepaalde omstandigheden en die aanvankelijk bedoeld was voor degene die het geloof droegen. Het moet benadrukt worden dat de openbaring van een boek of een tekst geen enkele zin zou hebben als er niet vanuit wordt gegaan dat er intellect, menselijk verstand, is, dat de betekenis ervan kan begrijpen. Er wordt nog geen tekst geopenbaard die zonder menselijk verstand is te lezen en te duiden. Daar moet wel aan worden toegevoegd dat het noodzakelijk beroep op de reden niet afdoende is. Wij moeten het boek lezen met het besef van de behoefte aan hem waarover de auteur reeds eerder sprak. De dialoog tussen de godsdiensten onderling, tussen gelovige en ongelovige moet altijd uitgaan van vertrouwen en respect. Altijd weer geldt de erkenning van de legitimiteit van de overtuiging van de ander, gepaard gaande met het respect voor hem. Luisteren naar wat een ieder zegt van zijn heilige schrift en niet naar wat wij ervan begrijpen of willen begrijpen. Daarom is het recht juist in de naam van het vertrouwend respect alle mogelijke vragen te stellen ook de lastigste, omdat het onze bedoeling is tot begrip te komen. Ten vierde, zelfkritiek uitoefenen. Hierin gelegen is onderscheid te maken tussen wat de teksten zeggen, wat onze geloofsgenoten daarvan maken en duidelijk onze persoonlijke positie kenbaar te maken. De thora of de bijbel lezen is voor een moslim ongetwijfeld nuttig evenals de koran lezen dat is voor een jood of een christen of de bhagavadgita voor alle drie. Zo kunnen zij proberen de overtuiging van de ander te begrijpen, maar het lezen moet een meditatie op gang zetten en vragen doen opborrelen. Het mag geen middel tot een simplificerende interpretatie zijn die vergezeld gaat van een beschuldiging. Met al deze opmerkingen geeft Tariq Ramadan aan hoe een dialoog, een gesprek zou kunnen verlopen. Dat behoedt ons voor de valkuil van fundamentalisme. Mensen leven allen in dezelfde werkelijkheid, onder dezelfde zon, maan en sterren. Zij hebben veel gemeenschappelijke ervaringen van verdriet en vreugde. Zij stellen ook allemaal hun vragen: waarom, waartoe, waarheen. Er wordt in de geschiedenis een veelheid aan antwoorden gegeven. Religie wortelt in de conclusie dat God de grond van het bestaan kan zijn, zoals een wit papier een tekening draagt, zo draagt God de werkelijkheid. Maar dat is een interpretatieve keuze van een gelovig mens. Er zijn ook mensen die tot een andere conclusie komen. Dat vraagt om gesprek, begrip, debat, ontmoeting, confrontatie etc. De God in wie mensen geloven, behoort universeel te zijn. Het gaat toch om de God van alle mensen, niet alleen over mijn God of de God van mijn groep. Ik moet beseffen dat ik weliswaar in God geloof en in hem en door en uit hem kan zijn, maar dat ik nooit zelf God zal zijn of dat ik mij kan identificeren met Gods zaak, zodat ik exact weet wat God wil met mij en de ander. Er is altijd relativiteit. Er is altijd de behoefte om naar die ander te luisteren en met de ander op weg te gaan. Natuurlijk kunnen er momenten zijn dat er keuzes gemaakt moeten worden. Dan kunnen mensen uit elkaar spatten. Dat kan soms heel dramatisch verlopen. Fundamentalisme betekent dat je het allemaal zeker weet. Dat je ervan uitgaat dat het gelijk aan jouw kant is. Dat jij de juiste teksten hebt geciteerd en aangehaald. Dat jij de ander te lijf mag gaan, omdat hij er niks van begrijpt. Meestal is dat een ernstig misverstand.
Ik besef dat er soms gruwelijk momenten zijn in de godsdienstgeschiedenis. Elia ijvert voor God, de enige God. Hij constateert dat de koningen van zijn tijd onderuit gehaald worden door de goden van naburige volkeren. Hij ziet het geloof wegzakken. Hij behoort nog tot de weinige gelovigen. Hij strijdt een gevecht op leven en dood voor zijn God. Hij doodt honderden Baalpriesters. Dan is zijn leven niet veilig meer. Hij vlucht weg en komt terecht op de berg Sinaï. Daar maakt hij van alles mee: orkanen, aardbevingen, bij uitstek de natuurverschijnselen waarin goden zich manifesteren. Maar die ene God voor wie hij altijd ijverde, was er niet. Toen viel er een ijzige stilte en voelde Eila de intuïtie God is er. Daarmee rechtvaardig ik niet de doden. Ik probeer te begrijpen wat zijn ijver was, want wie kiest voor God zal ook consequenties aanvaarden in zijn leven.Laten we wel wezen, de fundamentalist kan in ieder mens opstaan. Ikzelf kan ook een fundamentalist zijn. Veel is nagedacht over de holocaust. Wat gebeurde daar in de Duitse ziel die tot zoveel vernietiging kwam. Daar was sprake van een verabsolutering van het eigen systeem waarin geen plek meer over was voor joden. Zij moesten er uit. Dat is fundamentalisme op zijn dieptepunt.
Waarheid heeft iets heel aantrekkelijks. Waarheid kan het leven zuiver houden. Waarheid kan ons handelen waarachtiger maken. Waarheid kan een licht zijn. Waarheid kan warmte geven. Maar waarheid kan ook vernietigend worden als ik de waarheid grijp, mijzelf toeeigen en vervolgens te keer ga tegen anderen. De waarheid verschrompelt. De fundamentalist die meent te winnen, sterft.
Hans Visser, november 2005